Dag 23

Vrijdag, 30 november

Vandaag zouden we een dag in Queenstown blijven. Het is een erg toeristisch stadje aan Lake Wakapitu. Dit meer is ooit een  gletsjer geweest en is op een na het grootste in Nieuw Zeeland. Er is van alles te beleven,  zoals bungee jumping, para gliding, wildwatervaren, etc. etc. Na alle regen van gisteren werden we vandaag getrakteerd op een  strak blauwe hemel. We besloten te beginnen met een wandeling door het stadje.  Er waren genoeg winkels  en het wemelde er  van de restaurants en cafés.  Het zag er allemaal erg gezellig uit. We slenterden  door de straatjes en genoten van het zonnetje. Na een tijdje waren we aan een kop koffie toe.  Ze maken hier in Nieuw Zeeland uitstekende cappuccino’s. Ook de warme chocolademelk is niet te versmaden.  Er zit een dikke schuimlaag  op en is altijd mooi versierd met cacao. Daar kunnen ze in Nederland nog wat van leren. In de stad is  een  kabelbaan naar Bobs Peak,  450 meter hoog. Daar wilden we natuurlijk heen. Boven aangekomen hebben we geluncht  in het panorama restaurant. Aan een tafel bij het raam konden we genieten van het uitzicht over de stad en het meer.  We keken ook nog eens uit op een  platform waar je  kon bungee jumpen.  Er was een dame die de sprong waagde. Ze viel dus in het dal waar wij uit naar boven waren gekomen. Natuurlijk niet helemaal naar beneden, maar toch een aardig eind. Gelukkig maar dat ze aan een elastiek vastzat! Buiten zaten de parag gliders waarmee je een tandemsprong kon maken. Jack probeerde Gerry nog  over te halen voor een tochtje. Ze stond  even te twijfelen, maar aangezien ze bang was erg duizelig te worden, heeft ze het maar niet gedaan. Ondertussen was het al een uur of half drie. We wilden ook nog even naar de beroemde A.J. Hackett brug rijden.   Het bungee jumpen is beroemd geworden door  de Nieuw Zeelander A.J. Hackett die in 1986 van de Eiffeltoren sprong, aan zijn enkels hangend aan een rubberen lijn. Het was een  mooi ritje door de wijngaarden naar de brug.  Er is een  informatiecentrum  bij gebouwd waar je ook voor je sprong kunt betalen. Dit is maar liefst 180 NZD, oftewel zo’n 90 euro!   Er waren genoeg kandidaat springers aangezien er net wat bussen waren gearriveerd.   Mooi was het om te zien dat sommigen, als ze op het randje stonden, toch echt niet durfden. Er moest dan heel wat op hen ingepraat worden door de instructeurs die daar erg in bedreven waren. Na ongeveer een uur vonden we het mooi geweest en zijn naar Arrowtown  gereden. Dit is een allerliefst  oud mijnwerkersstadje. Er is een hoofdstraat met veel oude loofbomen,  aan de ene kant oude koloniale winkels en aan de andere kant  oude mijnwerkershuisjes uit  de jaren 1860 en 1870. Voor de ouderen onder ons: denk aan Peyton Place en je hebt de juiste sfeer te pakken. De hele dag heeft de zon stralend aan de hemel gestaan en was het zo’n 23 graden. Al met al een zeer geslaagde dag.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *